In de donkere tijden van de Tweede Wereldoorlog waren er helden die een lichtpuntje probeerden te zijn in de schaduw van terreur en discriminatie. Een van hen was de jonge onderwijzeres Anna de Liever uit Nijkerk, die moedig les gaf aan Joodse kinderen in Baarn en Soest.
Anna de Liever was slechts 21 jaar oud toen ze haar leven waagde door les te blijven geven aan Joodse kinderen, ondanks het verbod op Joodse kinderen om naar school te gaan. Ze begon in de huiskamers van Joodse families en zette haar onvermoeibare inzet voort, zelfs nadat de gruwelijke realiteit van de concentratiekampen steeds dichterbij kwam.
Vanaf de zomer van 1941 mochten Joodse kinderen niet meer naar school, en Anna was vastbesloten om deze kinderen niet in de steek te laten. Ze creëerde een leslokaal in het Nutsgebouw in Baarn en bleef vechten voor onderwijs, zelfs toen zijzelf ook werd getroffen door discriminatoire maatregelen.
Ondanks het verbod op haar eigen opleiding en haar gedwongen vertrek naar kamp Westerbork, gaf Anna niet op. Ze poogde te onderduiken, maar werd verraden en uiteindelijk gedeporteerd naar Sobibór waar ze op jonge leeftijd werd vergast.
Anna's verhaal is een pijnlijke herinnering aan de gruwelen van de Holocaust en een eerbetoon aan haar moed en vastberadenheid in een onmenselijke tijd. Haar nalatenschap leeft voort als een symbool van verzet en hoop te midden van duisternis en haat.