De gemeente Soest heeft aangekondigd dat meer inwoners met een laag inkomen in aanmerking komen voor een inkomenstoeslag. Dit initiatief heeft tot doel om ongeveer 235 huishoudens te ondersteunen en hen te behoeden voor een 'armoedeval'.
Wethouder Osman Suna van de PvdA heeft het voorstel ingediend in de hoop dat de gemeenteraad het zal goedkeuren. Het plan richt zich op mensen die een inkomen verdienen dat tussen de 100 en 130 procent van het sociaal minimum ligt. Tot op heden ontvingen alleen huishoudens die op 100 procent van het minimum zaten een toeslag, maar de groep daarboven viel vaak buiten de boot. Suna benadrukt dat deze nieuwe maatregel een einde moet maken aan de oneerlijke situatie waarbij mensen ervoor kiezen niet te werken om meer te ontvangen.
De uitgebreide toeslag geldt alleen voor inwoners tussen 21 jaar en de AOW-leeftijd, die minimaal drie jaar op het desbetreffende inkomensniveau hebben verkeerd. Suna benadrukt dat deze regeling een beloning vormt voor werkenden, waaronder ook parttimers die vanwege persoonlijke omstandigheden niet fulltime kunnen werken.
De extra toeslag bedraagt ongeveer 500 euro per jaar en kan een aanzienlijk verschil maken voor huishoudens met beperkte financiële middelen. Suna wijst op het groeiende armoedeprobleem, zowel lokaal als nationaal, en benadrukt de noodzaak om deze kwetsbare groep te ondersteunen. Hoewel het Rijk financiële hulp biedt, is het ook van belang dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt en mogelijk extra steun verleent.
Op dit moment leven ongeveer 1875 huishoudens in Soest van een inkomen dat tot 130 procent van het sociaal minimum reikt. Door de uitbreiding van de toeslag zullen naar schatting 237 huishoudens in aanmerking komen voor de nieuwe regeling, waarvan circa 775 huishoudens momenteel tussen de 100 en 130 procent van het minimumloon zitten.